Helaba,
Het internet in de Outback valt de laatste dagen mee ! Hoe verder afgelegen, hoe duurder, maar blijkbaar is het internet toch wel goed vertegenwoordigd op de meer beschaafde plaatsen, dus ik kan nog eens een goe verslagske schrijven voor jullie !
Eenmaal westwaarts vertrokken in Broken Hill, begon het stilaan donkerder te worden en we kregen regen op ons dak.
Het was al langzaam warmer en warmer geworden de voorbije dagen, dus het zag ernaar uit dat er een onweer van zou komen.
En inderdaad, we waren een paar tientallen kilometers ver en het begon te regenen.
En het bleef regenen !
Na enkele uren rijden, kwamen we aan de grens tussen New South Wales en South Australia.
We hadden al gehoord van het verbod op invoer van groente en fruit in South Australia, en er stonden onderweg ook overal waarschuwingsborden, maar we twijfelden constant of het wel menens was.
Wat zouden die paar tomaten, patatjes, ajuinen en lookbollekes nu kwaad kunnen.
Dat zou wel voor de vrachtwagens zijn..... ja tarara (op zijn Antwerps).
Eenmaal de grens over, toen we het al min of meer vergeten waren, stonden we plots voor een groot stoplicht en een strenge controleur.
Wij heel eerlijk : "Ja mijnheer, wij hebben een paar tomaatjes en een paar patatjes bij, maar... Het antwoord was duidelijk : "Get that bloody stuff out of your car en hurry the fuck up, cause I am getting wet here" (twas nog goe aan het regenen).
De mijnheer was blijkbaar niet goe gezind, dus wij zwijgen (innerlijk nie natuurlijk) en braaf al dat lekkers afgegeven.
Tja.... ze zullen wel een goei reden hebben zeker (fruitvliegskes en zo).
Maar da's nog geen manier van doen om zo tegen ons uit te vliegen.
Achteraf in de auto hadden we terug veel praat natuurlijk ("we hadden zijnen baas derbij moeten roepen"), maar we zijn braaf geweest want de boetes zijn naar het schijnt nogal hoog !
In de loop van de namiddag arriveerden we in Orroroo, een klein dorpke met een supermarkt.
We moesten weer eens inkopen doen en er was ook een gezellige coffeehouse met lekkere sandwiches en goeie koffie, dus een goeie pauzeplek.
Tijdens ons koffieke begon de regen op heel korte tijd met GROTE BAKKEN uit de hemel te vallen (een echte Belgische wolkbreuk) : de plaatselijke bevolking (inclusief Maggie van het coffeehouse) stonden met grote ogen te kijken : dat hadden ze hier nog nooit meegemaakt (moest natuurlijk weer gebeuren terwijl wij daar waren !).
In een mum van tijd stond het hele dorp onder water en stroomde het water langs achter de vanuit de bergen de huizen binnen, en langs voor op straat weer naar buiten.
Naar het schijnt was ook heel de beenhouwerij naast de coffeehouse ondergelopen.
Er was ook een sympathieke kleine campsite in het dorp, dus we besloten daar dan maar te overnachten. Vroeg naar bed : nog steeds friskes en regen.
Enfin, wij daarna verder richting Port Augusta.
We passeerden nog een mooie kleine bergkam (de eerste in lange tijd) en het viel ons op hoe vruchtbaar het land daar was : overal enorme boerderijen met graanvelden en allerlei gewassen.
Dus daarom de paranoia ivm ingevoerd fruit en groente in South Australie !
Onderweg kwamen we nog een fotogenieke plek tegen (allee, voor ons toch) : een verzamelaar van Landrovers. Daar moesten we natuurlijk efkes stoppen he !
Eenmaal in Port Augusta aangekomen viel de regen WEER met DIKKE bakken naar beneden, dus ons plan om een paar dagen zon/strand erbij te pakken hebben we snel laten varen.
De weersvooruitzichten waren : een paar dagen regen en koud en daarna warmer en warmer, dus we besloten om al snel verder noordwaards te trekken, de Stuart Highway op (loopt van zuid naar noord, dwars door Australie) richting warmte.
Die avond trakteerden we onszelf in Port Augusta op een "en-suite" kampplek (dat is een kampeerplek met vlak ernaast een klein huisje met prive douche en toilet). Dat hadden we echt verdiend en ook nodig, want de regen viel nu zo hard (en met veel wind) dat het onmogelijk was om over de camping te lopen.
De zware regen duurde ook zo lang dat onze camper een beetje begon te lekken (daar waar de ventilator in het dak gebouwd is) : we vreesden het ergste voor de nacht, maar uiteindelijk viel het mee en hebben we droog gegeten en geslapen.
Na Port Augusta (een levendig havenstadje met alles erop en eraan : voor ons vooral een supermarkt en een plek met goeie espresso :-) reden we dan eindelijk de Stuart Highway op.
En dat merkten we al direct : het landschap werd al snel weer kaler en kaler en droger en droger.
Het was ondertussen ook volledig gestopt met regenen en de temperatuur ging de goede kant op.
Vanaf hier moesten we ook oppassen dat we regelmatig zouden tanken : de naftstations liggen hier ongeveer 200 km uit elkaar.
In het gehucht Pimba zijn we gestopt voor een lunchke en in Glendambo hebben we nog eens goed volgetankt.
We kampeerden op een free campsite naast de weg (Bon Bon Restcamp) en hebben die nacht genoten van een prachtige sterrenhemel.
Dat is het voordeel van vrij kamperen : geen gedoe, (meestal) geen mensen rondom, geen lawaai en geen licht s'nachts.
Daar waren we nog 180 km van het langverwachte Coober Pedy verwijderd.
Hier een paar sfeerbeelden :
Op 1 november (de verjaardag van mijn zoon Jens : nog eens ne gelukkige he zoon !) kwamen we in de vroege namiddag aan in COOBER PEDY : het wereldberoemde opaal-mijndorp waar iedereen onder de grond woont.
Het weer was ondertussen zoals het hoorde : lekker warm en kurkdroog met een stralend blauwe hemel.
We namen weer een en-suite-kampplek (verwennerij) op de supergezellige Oasis-Campsite en dat hebben we ons niet beklaagd (zie later).
Bij aankomst was er net een luchtshow bezig : 6 rode stuntvliegtuigen toerden rond Coober Pedy, speciaal om de locale schoolkinderen die dag iets speciaal te laten zien. We hadden geluk om hun knappe show te kunnen zien.
Die eerste namiddag hebben we weer eens lekker NIKS gedaan (behalve mijn gebruikelijke wasmachientje : op onze stoelekes gezeten, genoten van het zonneke en de warmte, de vliegen weggeslagen (erg, maar het went), beetje gelezen, beetje Facebook, lekker gekookt en lekker vroeg gaan slapen.
De volgende ochtend waren we dan klaar om Coober Pedy te gaan verkennen.
Hier hadden we echt naar uitgekeken.
De camping lag vlak in het dorp, dus we zijn te voet gegaan en hebben het dorp in alle richtingen doorkruist.
Onderweg natuurlijk overal "dugouts" (huizen, winkels en café's half onder de grond), opaal-winkels, oude mijnen en natuurlijk ook overal roestige autowrakken en afgedankt mijnbouw-materiaal. Peter helemaal in zijn nopjes met zoveel roestige nostalgie uit de jaren stillekes :-)
De streek daar is superdroog : er groeit heel weinig en àls er iets groeit is het met veel moeite geplant (eerst gat in de grond boren) en moet het met veel liefde en het nodige water onderhouden worden of het gaat onherroepelijk dood.
Verder kom je overal overblijfselen tegen van oude science-fiction films die hier opgenomen zijn : o.a. Pitch Black, Red Planet, de allerlaatste Mad Max (die met Tina Turner) en alweer stukken uit Priscilla, Queen of the Desert.
Dus overal oude stukken decor, oude ruimteschepen (raar !) en kartonnen "alien-huizen" van verre planeten.
In Coober Pedy hadden we ook onze eerste échte confrontatie met de Aboriginals. En dat was niet positief. Wat we hier gezien hebben kunnen we alleen maar héél triest noemen. We wilden op deze reis meer te weten komen over hun cultuur en hun problemen en liefst ook eens met enkele Aboriginal babbelen, maar dat hebben we nu al opgegeven. Misschien oordelen we te rap, maar we denken dat dit volk zoveel heeft meegemaakt en dat een groot deel van hen nu zo diep in de problemen zit (werkloosheid, drank, verveling, ontheemd, cultuur veloren, ...) dat er niet veel hoop meer is voor de meeste van hen.
We gaan er verder niet te veel over uitwijden. Misschien herzien we komende weken onze mening nog wel. Wordt misschien vervolgd.
Die dag in Coober Pedy hebben we ook de legendarische Melbourne Cup meegemaakt.
Australie is dik met paarderacen, maar de jaarlijkse Melbourne Cup is een hoogtepunt.
Tijdens die race (3200 meter) lopen paarden van over heel de wereld mee en heel Australie ligt gedurende een paar minuten helemaal stil. En iedereen (IEDEREEN) heeft geld ingezet !
Op het moment van de race, hebben we ons in de locale pub tussen de Australische cowboys, oude mijnwerkers en Aboriginals geïnstalleerd en hebben we de race gezien.
Nummer 8 heeft gewonnen (Amerikaans paard), maar we hadden geen geld ingezet !
Tijdens onze wandeling terug naar ons kamp stapten we een café/winkel binnen voor een colake (twas WARM in Coober Pedy) en we zijn er buitengestapt met een fantastisch knappe (échte authentieke door termieten uitgeholde en daarna beschilderde) didgeridoo. Dus geen namaak !
Voor we naar Australie vertrokken hadden we gezworen geen didgeridoo mee te brengen ("dat doet iedereen"), maar ze waren ZOOO knap en .... Peter heeft de smaak te pakken (zie ons verslag over Sydney van een paar weken geleden), dus wij buiten met een pracht-exemplaar.
Een grote hap uit ons laatste kleine reis-budget, maar t'is de moeite.
En nu rijden we rond met dat ingepakte gevaarte van 1.5 meter lang en zo"n 3 kilo (tof in een klein camperke).
In Alice Springs is een vliegveld en daar gaan we hem alvast opsturen voor bewaring naar Peter z'n zus (hey Linda :-) want we hebben nu al overgewicht op onze vliegreizen en nog extra gewicht en gesleur kunnen we missen.
Die avond besloten we een "tour" naar de Breakaways mee te doen die George (uitbater van onze camping) organiseerde.
Onze bus kan nogal moeilijk op slechte zandwegen rijden, dus anders konden we er niet geraken (en dan weten dat we thuis nen jeep hebben staan die OVERAL door kan.. grrr).
De Breakaways zijn een klein gebergte in de buurt, bekend om zijn prachtige omgeving en kleuren (vooral bij zonsondergang).
De uitstap was prachtig ! George bleek een hele toffe mens. Hij reed eerst met ons door de opaal-mijnvelden (eigenlijk verboden gebied) en dat was knap om te zien : al die putten rond Coober Pedy) zouden er naar het schijnt in totaal ongeveer een miljoen zijn !!!).
Nog steeds zijn allerlei figuren daar op zoek naar hun fortuin.
Een ader met goeie opaal kan honderdduizenden dollars opbrengen. Maar je moet er een vinden natuurlijk he !
Daarna reden we door naar enkele lookouts om de Breakaways in het late namiddaglicht te zien en het was inderdaad prachtig. Met alle verhalen van George erbij was het nog indrukwekkender.
We regen ook naar de Moon Plain : een onwerkelijk dor, plat en leeg stuk. Je zou echt geloven dat je op de maan staat (misschien hebben de Amerikanen heel dat gedoe hier toen wel gefilmd en zijn ze wel nooit op de maan geweest .... een doordenkertje !).
Verder naar de Dog Fence. Dat is een draad van ongeveer 5500 km die dwars door een groot deel van Australie loopt. De draad houdt de dingo's (soort mooie wilde honden)tegen, die anders veel van het vee zouden vernietigen.
Tegenwoordig kruisen de dingo's met wilde honden, en die nakomelingen kunnen wél over de draad springen, dus in de toekomst zullen ze een oplossing moeten zoeken.
Toch wel interessant om te zien; zeker als je de film "Rabbitproof Fence" gezien hebt : een deel van de draad werd in de film gebruikt (wel niet het stuk in Coober Pedy).
Toen de zon bijna onder was, toonde George ons de resten van een versteende boom die, volgens wetenschappers, miljoenen jaren oud is.
En effectief, je ziet de resten en het hout is helemaal versteend en vergruisd.
Op die plek was de zonsondergang fantastisch. De kleuren waren onbeschrijfelijk.
We hebben nog maar eens geprobeerd om het op foto vast te leggen, maar dat is bijna niet mogelijk !
Er lag ook overal een soort "micca" (weet niet of het juist geschreven is) : het lijkt op dunne stukken gebroken glas of dun doorschijnend polyester.
We hebben de zonsondergang getrokken door zo'n stukje en het resultaat is zeer kunstzinnig :
Na een tas thee/koffie met lekker koekskes (Tim Tam, ik ben er helemaal zot van) en een uitleg over de prachtige sterrenhemel, bracht George ons terug naar de camping, met de belofte dat hij ons s'morgens zijn nieuwe dugout (huis onder de grond) zou laten zien.
En zo gezegd, zo gedaan. Nadat we weer een zalig nachtje in ons camperke geslapen hadden, nam George ons mee op stap door Coober Pedy.
Eerst liet hij ons zijn nieuwe gekochte huis zien : we waren volledig onder de indruk van de grootte onder de grond, in een rots uitgehouwen.
Daarna reden we naar zijn oude huis dat hij huurde : door een foute bouw/graving zaten er diepe barsten in het plafond en dreigde alles naar beneden te komen.
We reden ook nog langs de dugout van een van de jongens die op de camping werkt : alweer zo'n enorm grote woning onder de grond.
Wanneer je ervoor staat, kan je onmogelijk geloven hoeveel ruimte (zelfs met verdiepingen) er in zo'n uitgegraven huizen is.
En natuurlijk is het er lekker koel, dat is uiteindelijk de bedoeling want in Coober Pedy wordt het in de zomer zo'n 50 graden.
Er is ook veel verluchting : overal zie je schouwen en verluchtingsgaten boven de berg uitsteken.
Toen we terug bij de camping kwamen, hebben we nog lang met George en zijn dochter en schoonzoon zitten praten bij een bakje koffie (George zijn vrouw was vorig jaar overleden).
Bij ons vertrek kregen we nog een grote zak vol Tim Tam koekjes mee.
Dit waren echt toffe mensen. En zo zijn er in Australie eigenlijk véééél !!
Maar wij moesten natuurlijk weer verder.
En Uluru (Ayers Rock) kwam in zicht, dus we waren klaar om te vertrekken !
En nu zitten we dus al een paar dagen in het Uluru Kata Tjuta National Park.
Het is hier zo'n 36 graden heet overdag, héél droog, maar geweldig knap.
We zijn helemaal onder de indruk !
Dikke kussen van ons twee aan iedereen daar !
xxx
Bonnie en Clyde
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
De zoveelste poging om een kribbeltje achter te laten :-(
BeantwoordenVerwijderenHallo Peter en Edith,
Wat een reis weeral seg, de natuur en de dieren die je ginder in het wild tegen komt, wat een ervaring moet dat zijn.Jullie verslagen zijn gewoon geweldig om te lezen, SUPER :-)) Geniet volop van wat nog komen gaat en bij deze dikke groetjes
Ps: Ben héél erg benieuwd hoe je didgiridoo eruit ziet.
Liefs Anne-Marie
Hallo Bonnie en Clyde, tis waar en echt ongelooflijk als we dit allemmaal lezen !!!ik lag bijna in een deuk als ik las van de kakarlak in je haar en die slang die op je kop viel Edith waarom jij nu weer hé ik zie al jullie gebeuren in het echt " moet je enorm veel fantasie voor hebben " en ik heb da wel, en kan het mij allemaal levendig voor stellen.Man,man,man jullie gaan dit jaar NOOIT vergeten en zullen wel regelmatig de blog en de foto's erbij nemen denk ik !en denk er aan dit kan niemand jullie nog afpakken !!!ja sorry dat we wa minder op de blog schrijven,maar dat komt omdat jullie nu ook op FB zitten en dan is ff reageren iets gemakkelijker, maar we volgen jullie zeker en vast hoor ( hoort al bij onze dagelijkse sleur )pceeke op en vlug blogske bekijken hihihi.P & E dikke xxx van ons allemaal en tot de volgende ....
BeantwoordenVerwijderen