zaterdag 27 november 2010

De Roadhouses : een hoofdstuk op zich

Helaba,
Ik ben er al snel weer terug met een nieuw verhaal. Het internet hier bij Marleen is supersnel en we hebben tijd, dus ik heb mij hier weer even aan tafel gezet, onder een lekker koele ventilator en met een glas ijskoud water (Peter doet een welverdiend dutje).

Toen we Alice Springs verlieten moesten we nog een 1500 km afleggen naar het noorden, richting Darwin, met de nodige tussenstops natuurlijk.
We waren onderweg de laatste paar weken al in veel roadhouses gestopt voor een koffieke of om te kamperen, maar op dit laatste stuk zijn we er wel een paar speciale tegengekomen.
De moeite waard om even wat aandacht aan te besteden hier op de blog.
De roadhouses langs de ellenlange snelwegen in Australië spelen een grote rol. Het zijn echte rust, eet, drink en slaapplaatsen, meestal op grote afstand van steden of dorpen, soms op kruispunten. Voor toeristen op doorreis, voor de truckers van de roadtrains die hier enorme afstanden afleggen en voor de locals (blank en zwart, jong en oud) uit de verre omtrek.
Dikwijls dienen de roadhouses als plaatselijk café, restaurant, drankwinkel, supermarkt en ontmoetingsplaats.
Je komt er dan ook allerlei figuren tegen : Aboriginals op zoek naar een pintje, truckers met grote honger, wegenwerkers die een tussenstop nodig hebben, bleke toeristen in safari-shorts, locale jongeren met 8 man in één auto, veehoeders in een oude verroeste pickup met een paar honden achterin,....
Elke roadhouse probeert ook een eigen identiteit en bekendheid te krijgen. Velen beweren dat ze de oudste pub van de streek zijn, ze verzamelen vanalles en dienen als mini-museum, ze hebben een paar terrariums met slangen en reptielen, ......
Het plezante is ook, en dat is typisch in Australie : je kan met iedereen een babbeltje beginnen !
Hier zijn er een paar :

Onze eerste stop (ook om te kamperen) was in Whycliff Well. Deze roadhouse ligt zogezegd op een speciale breedtegraad en kruising van energielijnen waar regelmatig UFO's gesignaleerd werden (worden ?).
Het hele café en zelfs de camping staan dus in het teken van buitenaardse wezens. Een beetje tot in het belachelijke zelfs.
Wel grappig natuurlijk.
Behalve dat ze lekkere loempia verkochten (weer uitgebaat door Chinezen natuurlijk), was de camping op zich eigenlijk niet veel bijzonders (zelfs weer veel te veel insecten s'avonds) en die nacht werd onze eerste tropische (en dus bijna slapeloze) nacht.
We wisten dat we ten noorden van Alice Springs langzaam de tropische vochtige hitte zouden binnenrijden, maar we hadden geen idee wat we moesten verwachten.
We waren van onze voorbije reizen al wel het een en ander gewoon qua temperatuur en vochtigheid, maar we hadden ons nooit kunnen voorstellen hoe warm en vochtig de Northern Territory van Australie kan zijn vlak voor het regenseizoen (The Wet) in november/december.
Dus die nacht hebben we in ons buske doorgebracht al zwetend bij een 30 graden en redelijk hoge vochtigheid (en dat was nog maar het begin ....).
Hier een fotooke van de 'alien' roadhouse/camping :




Nog een leuke stopplek (niet echt een roadhouse, maar toch een bekend plekje naast de baan) was de Red Centre Farm in de buurt van Ti Tree.
Ergens op een verlaten plek naast de snelweg liggen een paar mango en druiven-farms. Normaal groeien die daar niet, maar er is ergens een onderaardse bron en daarom hebben ze daar altijd water.
Een van de farms maakt erg lekkere mango-ijskreem (staat zelfs in de Lonely Planet). Aangezien ik verslaafd ben aan mango moesten we daar natuulijk stoppen voor een creme-glaceke he !
En lékker was het zeker amai !




En dan is er natuurlijk de bekende Daily Waters Pub. Een eindje weg van de highway ligt een van de oudste (road)pubs uit de streek.
Ooit een ontmoetingscentrum voor het leger en de cattlemensen uit de buurt, nu een tank, drink en eetstop voor velen (ook veel passerende toeristen natuurlijk).
De kroeg hangt binnen vol met honderden bh's, hemden, ..... en aan de overkant staat de originele ijzeren hut die ooit het eerste café was.






Barrow Creek Hotel en Roadhouse mag ik zeker ook niet vergeten : ongetwijfeld het vriendelijkste café op de Stuart Highway.
Hier hangt het binnen vol met honderden kaartjes, identiteitskaarten, rijbewijzen, foto's van over heel de wereld. Iedereen laat hier iets achter.
Wij ook natuurlijk : een boodschap aan de wereld en onze bekende "A"-sticker natuurlijk.
Nadien hebben we nog uren met de uitbater (een échte verweerde Aussie) zitten babbelen met straffe verhalen over slangen, spinnen en ander Australisch ongedierte. Heel tof !




En zo zijn er tientallen roadhouses onderweg. Ze zijn echt onmisbaar om te tanken, iets te drinken of eten en om toch een stukske Australie te zien.
Ze horen er gewoon bij.

De rest van onze trip naar het noorden is voor het volgend hoofdstuk.
Ciao Amigos !
xxx
Edith en Peter nog steeds Downunder

Geen opmerkingen:

Een reactie posten