Hallo allemaal,
Nu ben ik goed in gang : dit wordt weer een verhaal vol avontuur en vééél foto's !
Na vandaag kan het weer een tijdje duren vooraleer er weer nieuws komt, dus profeer van deze voorlopig laatste opdate !
Maar jullie weten : vroeg of laat verschijnen we weer online he !
Na onze luilekkerweek in Tonga zijn we dus via Auckland weer naar Australie gevlogen. Weer naar Sydney dus.
Het plan was om onze camper op te halen, nog een dag of 2 in de buurt Sydney te kamperen en dan de stad nog eens verder uitgebreider bezoeken, maar het heeft niet mogen zijn !
Voor de eerste keer in ons vakantiejaar hebben we een paar dagen serieuze pech gehad !
Hier de story :
Om te beginnen hadden we het verkeerde adres gekregen om onze camper op te halen. Na twee uur rondrijden met de luchthavenbus (goedkoop, maar iedereen moet wel één voor één afgezet worden aan zijn hotel of guesthouse en wij waren laatst aan de beurt) stonden we met pak en zak aan het verhuurkantoor midden in Sydney.
Maar blijkbaar moesten we op de depot aan de luchthaven zijn (en daar kwamen we juist van ... aaargh)
Daar dan aangekomen (vlak voor sluitingstijd) kregen we te maken met een arrogant interim-bureau-madammeke.
We kregen rap/rap instructies (madame wou naar huis) ivm met onze camper en dat bleek dan ook nog eens een oud, versleten aftands geval te zijn.
Maar ja, we hadden goedkoop gekozen, dus wie zijn wij om dan te beginnen klagen !
We vroegen de weg naar de dichtsbijzijnde camping (Sydney is GROOOOOOT), maar ze kon ons niet helpen ....... (en dat werkt dan in een verhuurbedrijf waar veel buitenlanders komen die natuurlijk hunne weg uit Sydney niet direct kennen).
Enfin, uiteindelijk kwam de baas erbij (wél nen toffe gast), hij wees ons de weg om buiten de stad te geraken en om het wangedrag van zijn "secretareske van niks" goed te maken, kregen we er nog gratis ne volle naftbak bij !
Na veel vijven en zessen wij dus op weg naar een camping op ongeveer 25 km buiten Sydney.
Ondertussen was het al een uur of half 6, dus we zaten midden in het spitsuur en vergeleken met Sydney is Antwerpen een boeregat, dus jullie kunnen je voorstellen hoe vast we zaten.
Natuurlijk reden we ook nog een paar keer verloren (we stonden op een gegeven moment met ons klein, pruttelend versleten camperke midden in Sydney (te vergelijken met Manhattan in New York).
En dan ook nog overal TOL-wegen, bruggen en tunnels (dus achteraf te betalen via telefoon en creditcard : kan het nog ingewikkelder ?).
Ok, uiteindelijk ver na donker onze campsite toch nog gevonden. Alles wel gesloten dus de nachtwaker gaf ons rap een voorlopig vrij plekske.
Wij natuurlijk helemaal kapot van het rondrijden.
Het plezante was wel dat we midden in een nationaal park stonden, dus er kwamen al snel een stel possums op bezoek.
De eerste keer dat we lévende possums zagen (na al die platte op de baan in Nieuw Zeeland).
En dat lieve, schattige nachtelijke bezoek maakte weer veel goed natuurlijk :-))
Hier een foto van ons eerste camperke (ocharme, hij kon amper starten, de gordijnen versleten, overal roest en steenslag,...... tja !)
De volgende ochtend kregen we een nieuwe toffe kampplaats : onder de bomen en het zat er vol kleurrijke papegaaien. Leuk !
En toen wilden we koffie maken............ GASLEK !
Bleek dat de gasfles in onze camper niet getest was en er was dus een serieuze gaslek !
Dat begon goed : gene koffie (amai, de Peter !).
Wij bellen naar de verhuurmaatschappij (gelukkig hadden we ondertussen een Australische Pay & Go telefoonnummer, dus met de gsm bellen was geen probleem).
Ze stelden voor dat we weer naar Sydney zouden rijden : NIET DUS !
Dan heeft er iemand van de camping naar onze gasleidingen en onze gasbus gekeken en ook de plaatselijke loodgieter kwam erbij. Maar niemand kon de reparatie doen : er was een nieuwe koppeling nodig.
Uiteindelijk kwam er iemand van de verhuurmaatschappij uit Sydney met het nieuwe stuk naar de camping : geen resultaat, hij kon het niet vervangen zonder de buizen kapot te breken.
Dus daar stonden we weer ! En we wilden zo graag verder trekken !
En toen kwam het bevrijdende telefoontje van den baas : we kregen een nieuwe camper en een gratis upgrade naar een beter model !!
Ze waren helemaal van slag omdat we zo'n slechte camper hadden gekregen.
Eerst stelden ze voor dat we terug in Sydney kwamen ruilen, maar we hebben gezegd dat we lekker bleven zitten waar we zaten.
Ze moesten de nieuwe maar komen brengen, verdorie ! En natuurlijk kregen we onze goesting ..... ;-)))
Die avond hadden we toch nog wat plezier (wij laten onze kop niet zomaar hangen he).
Er kwam een Aboriginal optreden op de campsite.
Prachtige didgeridoo-muziek, een hoop interessante informatie en prachtige verhalen.
Peter mocht ook eens proberen en.... wonder boven wonder (de aboriginal stond ook sprakeloos) : hij kon prima op de didgeridoo spelen !!
En zo geschiedde : de volgende middag kwam onze nieuwe camper de parking opgereden.
Exact hetzelfde model, maar veel nieuwer met alles erop en eraan (én getest).
Dus we hadden 2 dagen verloren (niet meer naar Sydney kunnen gaan), maar we hadden wel nen betere camper voor dezelfde prijs, een gratis volle naftbak en ze zouden ook nog eens al ons TOL-geld van op de dure Sydney-snelwegen betalen :-)
Dus nu kon onze trip door Australie écht beginnen !
We hadden ondertussen ook onze route omgegooid.
Het originele plan was om langs de kust van Queensland naar boven te rijden en dan in Townsville linksaf naar Northern Territory, om zo af te dalen naar Alice Springs en Uluru (Ayers Rock) en dan terug omhoog naar Darwin.
Maar toen we nog eens op de kaart keken, vonden we het aan de kust toch wel énorm druk. De meeste Australiers wonen aan de kust en het zag eruit als een wirwar en aaneenschakeling van stadjes, drukke stranden en wegen.
Dus, besluit : we gaan nu vanuit Sydney westwaarts door de Blue Mountains rijden, recht de woestijn in tot in Port Augusta aan de zuidkust.
Daarna rijden we van onder naar boven dwars door Australie (dwars door de outback dus), langs Cooper Pedy, langs Ayers Rock, langs Alice Springs en Katherine recht naar boven naar Darwin.
We gaan dus voor het échte Australie-gevoel : veel bush, veel woestijn, verlaten gehuchten en échte toffe mensen.
En dat hebben we ons tot nu toe nog niet beklaagd. Dat zullen jullie verder wel lezen.
Eerste route : door de Blue Mountains !
Deze bergketen was heel relax om door te rijden. We hebben voor een alternatieve route gekozen : de Bells Line Of Road. Een oude weg met minder verkeer en meer zicht op de bergen.
En het was een toffe rit. Inderdaad weinig verkeer en regelmatig een toffe stop onderweg (stukske wandelen in de bergen of een koffieke op een terras in een bergdorpke).
Voorlopig nog steeds hier en daar dorpjes en nederzettingen, maar langzaam verdwijnen Sydney en de uitlopers van de grootstad toch uit zicht.
Wel beginnen we de eerste "road-trains" te passeren : enorme vrachtwagens met enorme trailers (soms wel 40 meter lang), en dan hebben we de "triple's" nog niet gezien (grote vrachtwagens met twéé lange trailers).
Onze eerste kampstop is langs Lake Wallace in Wallarawang (een uitloper van de Blue Mountains) : een simpel en gratis plekske voor de nacht.
Het weer is nog een beetje wisselvallig (nog dicht bij de bergen) : lekker warm, maar wel wat motregen.
Er is geen water in de buurt, dus ons waske en ons plaske moet weer eens primitief aan nen emmer gebeuren. Ook gezellig :-))))
De afstanden worden groter en groter en de woestijn ("Outback") komt langzaam in zicht : minder en minder begroeiing en minder en minder mensenleven.
Na alweer een paar honderd kilometer belanden we in Trangie : ons eerste echte Australische woestijnstadje.
Een paar pubs (uiteraard), brede verlaten straten, een klein centrum met een koffiehuis een een supermarktje. Later zal blijken dat dit eigenlijk nog een héél groot dorp is, maar dat wisten we toen nog niet.
Die dag was ook mijne 49ste verjaardag : s'middags hadden we al verse scampi's gekocht aan een kraamke (en onderweg opgegeten) en s'avonds we hebben het verder gevierd met geroosterde lookbroodjes, tomaatjes, mozarella en een goe glaske witte wijn op een hele toffe simpele camping in Triangie.
Overal prachtige en lawaaierige roze kaketoe's in de bomen (s'avonds tientallen samen), hagedissen op de "macadam" en een zalige knappe zonsondergang ! Het weer is ondertussen lekker warm en droog ! Héél speciale verjaardag :-)))
Internet vonden we in de kleine locale bibliotheek (hoognodig contact met de familie) en we hebben nog gezellig bij een koffieke op een terraske zitten keuvelen met de plaatselijke vrouwenbond. Dat begon al goed : we houden nu al van de vrolijke Australiers :-)))
We wilden zo snel mogelijk naar de totààl verlaten outback, dus we zijn al snel weer honderden kilometers verder gereden : ons doel was uiteindelijk Broken Hill.
Nu begon de woestijn echt ! Dat was overal te zien !
En ook de bordjes "opgelet voor kangoeroe's" begonnen nu te verschijnen.
Overal zagen we enorm grote doodgereden kangoeroe's : ze waren dus wel degelijk massaal aanwezig.
Alleen.... zagen we er voorlopig nog geen enkele levende.
We hielden een tussenstop op een "rest-camp" : dat is een campsite naast de baan met watervoorziening en een toilet.
En we stonden er niet alleen : blijkbaar zijn er vele lange-afstandsreizigers die op die plekken een tussenstop maken.
De grond was er al prachtig rood van kleur (met de nodige mieren-kolonies), we kregen voor de eerste keer ook last van de beroemde outback-vliegen en we zagen onze eerste wilde geiten.
Potje koken, slapen (we slapen zàlig in ons camperke) en s'anderendaags weer on the road.
Natuurlijk moeten we zien dat we niet zonder naft komen te zitten, dus we stoppen aan elk beschikbaar benzinestation om bij te vullen.
Dat kan in een dorp zijn of aan een roadhouse (soort eenvoudige landelijke truckstop), maar ze liggen toch minstens 150 km uit elkaar, dus we moeten onze tank goed in de gaten houden.
En onze ijskast en watervoorraad, want ook winkels zijn zeldzaam. Dus altijd een goeie voorraad bij de hand hebben :-)
De roadhouses zijn het gezelligst : een simpele pub met naftpomp en altijd een paar plaatselijke figuren aan den toog (farmers, cattle-werkers, truckers, ...) en er is altijd wel tijd voor nen babbel. Keitof !
Hier een paar foto's van Emmdale Roadhouse, waar we ne goeien babbel gedaan hebben met ne cattle-werker die (zoals àl die mannen hier) s'middags na een zwaar nachtje alweer aan de grote pinten zat :-)
En zoals je kan zien : de wegen zijn lang en eenzaam !
We besloten een omweg van 100 km te maken (heen en terug 200 dus, maar dat betekent hier niet zo veel) naar White Cliffs.
Een klein mijnstadje waar nog steeds naar opaal gegraven wordt en waar duidelijk de eeuwenoude mijnwerkers-cultuur nog heerst. De mensen wonen er ook grotendeels onder de grond voor de hitte in de zomer.
En het was de omweg beslist waard.
Het stadje is echt oud en authentiek : een hoop kleine particuliere opaal-putten (waar enkele fanatiekelingen nog steeds in concessie graven), een winkel (= post = bank = café), een school waar 6 kinderen op zitten, een motel en een piepkleine dorpscamping.
We hebben een grote tour rond de mijnen gemaakt en waren onder de indruk : alsof je 100 jaar terug gaat in de tijd. En overal oude auto-wrakken en verroest mijnwerkersmateriaal, dus Peter was in zijn nopjes :-))
In de zomer is het in White Cliffs écht snikheet (nu zo'n zalige 25 graden, stevige zon en een staalblauwe hemel).
Het heeft in de outback hier trouwens voor de eerste keer in 10 jaar (!!!) weer eens normaal geregend, dus de woestijn staat in bloei en iedereen (mens en dier) is happy !
Volgens de mensen hier, kunnen wij ons niet voorstellen hoe droog het er de laatste 10 jaar bijlag : amai, en wij vinden het al zo'n droge omgeving !
In White Cliffs kochten we ook ons eerste vliegennet voor over onze hoeden.
Grappig, dat wel, maar soms echt wel nodig want die vliegen hier die zijn niet op zoek naar vuilbakken of kangoeroe-drollekes : neen, die zitten graag op mensen hun gezicht en dan nog liefst op neus, ogen, mond en oren. En ook op onze rug, maar dat zien we niet, dus daar hebben we gene last van :-)))
Er wordt hier altijd over de vliegen geklaagd en ook wel mee gelachen, maar ze zijn echt wel lastig. Ondertussen beginnen we der een beetje aan te wennen. Alles went haha :-)
We bleven één nachtje hangen in White Cliffs en zijn dan verder op pad gegaan om via Wilcannia naar Broken Hill te rijden.
Alles bijeen weer zo'n 300 km.
We rijden normaal zo'n 90 km/uur met ons buske (genieten van de omgeving) en we stoppen regelmatig voor een sigaretje en als we de kans hebben (roadhouse !) voor een koffieke !
Nu werd de outback echt groots en eenzaam ! Vele kilometers met alleen de prachtige droge rode grond, wat struiken en kleine boompjes en verder niets in de wijde omtrek.
Ook wel hier en daar prachtige wilde bloemen, die na de regen van de voorbije winter overal verschenen waren.
Ze noemen deze streek de Outback van de provincie New South Wales en ook wel de Corner Country, omdat het de uithoek van NSW is, aan de rand van de provincies South Australie en Vicoria.
Broken Hill bleek een echte oase in de woestijn : een vriendelijke kleine stad met alles erop en eraan.
Echt heel fris en gezellig met rondom op 5 minuten in alle richtingen de lege desolate woestijn. Echt prachtig om een paar dagen te blijven.
En er was ook veel te zien.
We zijn uiteindelijk 4 nachten op de camping (groot, modern, schaduw, internet, goeie douches, zwembadje) blijven staan en hebben een hele toffe tijd gehad in Broken Hills.
Op onze eerste "vrije" dag, hebben we onze kampplek niet verlaten. Ik ben begonnen aan het bijwerken van deze blog (daar moest ik hoognodig tijd insteken en nu was de moment) en Peter is aan een dik boek begonnen.
Wel leuk om na al dat rondtrekken even uit te blazen onder een boom en eens een hele dag te niksen.
De tweede dag zijn we Silverton gaan bezoeken : een ghost-town met alweer oude mijnvelden (zilvr) op een 20-tal kilometers buiten Broken Hills.
Australie heeft echt wel een mijn-geschiedenis : nadat ze de gevangenen gedropt hadden, kwamen de fortuinzoekers af op de vele ondergrondse schatten.
Eerst reden we naar de Daydream-Mine : een oude verlaten mijn met een héél tof cafeeke derbij.
Ze geven ondergrondse tours en daar wilden we natuurlijk eens bij zijn.
We werden in helmen en riemen gehesen en toen mochten we ondergronds.
Ongelooflijk hoe hard het leven voor die mijnwerkers moet geweest zijn in die tijd.
Alleen kruipen en klauteren, en alles met loodzware primitieve werktuigen.
Na onze tour (keiplezante gids derbij) hebben we nog lang zitten keuvelen met een man uit de buurt. We hebben de hele wereldproblematiek besproken, mekaars tatoo's bewonderd, zijn wapenvergunning bewonderd en we hebben hem dan maar ineens uitgenodigd om bij ons in Antwerpen te komen logeren als hij ooit in de buurt is. Hopelijk komt hij ooit eens langs : echt nen toffe mens (en hij heette ook nog eens Peter :-)
Het spookstadje Silverton zelf was ook de moeite : op de wegen rondom dit oude stadje (een paar oude huizen midden in de woestijn) werden 2 van de Mad Max films opgenomen.
Er werd een klein museum opgericht : de filmploeg heeft een massa opnamefoto's van de set en allerlei kostuums en voertuigen aan Silverton geschonken.
We zijn allebei wel fan van de Mad Max films (vooral de tweede), dus dit was echt een onverwachte buitenkans.
Ook het rondrijden op de verlaten wegen rondom was een ervaring, wetende dat de film daar was opgenomen.
s'Middags zijn we een zalige stew (stoofvlees) en meatpie (vlees in bladerdeeg) gaan eten bij een locale oude dame en het was superlekker. Daarna een lekker koffieke buiten, omringd door de gebruikelijke vliegen, maar het kon ons al niet meer schelen. Het zicht op de woestijn rondom en het gevoel waren fantastisch.
Tegen de avond trokken we dan naar de "Desert Sculptures" om de zonsondergang te bewonderen.
Het gaat over een aantal beeldhouwwerken in zandsteen, gemaakt door allerlei artiesten uit de wereld. Al deze werken zijn een ode aan de Aboriginal-cultuur en staan boven op een heuvel midden in de woestijn.
Het licht was prachtig en het was knap om de zon langzaam te zien ondergaan boven de woestijn.
Die avond waren we moe, maar voldaan en hebben nog lang nagenoten van onze prachtige dag.
We houden nu al héél veel van Australie ! Namibie was onze grote favoriet, maar Australie komt mee aan de leiding.
We besloten ineens om nog een paar nachtjes in Broken Hill te blijven.
s'Anderendaags zijn we vroeg opgestaan en weer op pad gegaan.
Eerst nog even snel langs een grote oude zilvermijn voor een paar schoon sfeerfoto's en een mooi zicht op Broken Hill vanop de mijn-heuvel.
Ook hebben we het Palace Hotel bewonderd : diegenen onder jullie die de film "Priscilla, Queen Of The Desert" nog kennen (zalige roadmovie), zullen ongetwijfeld het hotel in de film herkennen.
En natuurlijk moesten we nog een koffieke drinken op een terraske he ..... alles op zijn gemakske !
Na de middag reden we naar de "Living Desert" : een speciaal wandeltraject van een paar uur door de woestijn.
De rit ernaartoe was alweer prachtig (de foto's spreken voor zich) en de pittige wandeling (ja, ook bergop) in de warme namiddaghitte was ook de moeite.
Onderweg kwamen we op de baan nog een platgereden slang (de gevaarlijke, giftige grote Brown Snake) en een paar kamelen tegen.
Die kamelen zijn nog een overblijfsel uit alweer de mijn-tijden, meegebracht door Afghanen die de mijnwerkerkers kwamen helpen. Een deel van de kamelen loopt (en kweekt) nu wild rond in de woestijn, een ander deel is tam en wordt gebruikt om toeristen op rond te rijden.
We zagen ook aboriginal-symbolen, veel kangaroe's (EINDELIJK !), een paar flinke leguanen, prachtige woestijnbloemen,..... en we waren goed bruingebakken na een paar uurkes.
En nu, op dit ogenblik, zitten we, na een zalige dag, aan ons camperke. Het is al donker buiten, de blog is helemaal bijgewerkt, we hebben een lekkere spaghetti binnen en buiten is het nog zalig van temperatuur.
Ik ga hier afsluiten, een doucheke pakken en nog wat nagenieten.
Morgen pakken we in en rijden we verder westwaarts.
We zullen binnen een paar dagen in of rond Port Augusta zijn (zo'n 100 kom boven Adelaide) aan een uitloper van de Australische zuidkust.
Als het daar leuk is, dan blijven we daar nog een paar dagen hangen (een beetje strand meepikken) en dan begint onze tocht van onder naar boven.
Maar daarover later (wanneer we weer kunnen internetten is natuurlijk nog de vraag !) meer nieuws.
Voor nu : de groetjes aan iedereen daar en nog eens merci voor de toffe reacties die we altijd krijgen van jullie (vrienden, collega's en familie).
Dikke kus uit het zalige Australie !
X
Edith en Peter
donderdag 28 oktober 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)